Hoe weet je wanneer je foto goed belicht is? Hiervoor kijk je naar je lichtmeter. De lichtmeter geeft aan of je foto goed, onder of overbelicht is. Het licht kan je ook op meerdere manieren meten. Lees meer over lichtmeting en lichtmeetmethodes.

Zie je lichtmeter als uitgangspunt

Je foto is goed belicht als het driehoekje in het midden staat van je lichtmeter. Staat het driehoekje aan de linkerkant, dan wordt je foto onderbelicht. Als het driehoekje rechts staat, dan wordt de foto overbelicht. Er is één ding wat je goed moet onthouden: je lichtmeter vertaalt alles naar middengrijs. Dat betekent dat je belichting niet in alle gevallen meteen het juiste resultaat geeft, ook al staat het driehoekje in het midden.

Een opname van een omgeving met veel heldere delen wordt automatisch wat donkerder en een foto met veel donkere delen wordt wat lichter. Dit gaat om hele kleine verschillen, maar soms is het nodig om te onderbelichten of te overbelichten voor de perfecte belichting. Dit doe je met de belichtingscompensatie. Zie het gebruiken van je lichtmeter dus als een uitgangspunt, als een basis voor de combinatie sluitertijd, diafragma en ISO.

Let op: bij Canon camera’s moet je eerst de ontspanknop half indrukken om de lichtmeter te activeren!

Goed belicht, onderbelicht en overbelicht

Goed belicht, onderbelicht en overbelicht.

Belichtingscompensatie op je menu-2

 

De lichtmeter werkt als volgt:

Ik maak een portret en zet de ISO zo laag mogelijk om ruis te voorkomen. Ik kies vervolgens een diafragma van f 2.8 om die mooie onscherpte in de achtergrond te krijgen. De sluitertijd staat op 1/8, maar je ziet het driehoekje helemaal rechts staan. Als ik deze sluitertijd blijf hanteren wordt mijn foto enorm overbelicht. Ik draai de sluitertijd daarom korter, net zolang het driehoekje naar het midden toe kruipt, naar de 0. Je krijgt nu een goede belichting. Ik heb dit nu handmatig ingesteld, maar je camera meet het licht automatisch als je volledig in de automatische stand, de diafragmavoorkeuze stand of in de sluitertijd voorkeuzestand fotografeert. Lees hier meer over voorkeuzestanden.

Fotografeer je in de handmatige stand? Sommige camera’s meten het licht dan voortdurend. Andere camera’s meten enkel het licht wanneer er op de ontspanknop wordt gedrukt. Lijkt jouw lichtmeter het niet te doen? Druk dan op de ontspanknop om de lichtmeter te activeren.

 

Lichtmeetmethodes

Er zijn meerdere lichtmeetmethodes om het licht te meten. Welke lichtmeetmethode voor jou het beste is is afhankelijk van de situatie:

Matrixmeting / meervlaksmeting

Lichtmeting matrixmeting, Meervlaksmeting - Avondfotografie.nl

Allereerst matrixmeting, ook wel meervlaksmeting genoemd. Matrixmeting is de meestgebruikte meting, omdat dit de standaardinstelling van de meeste camera’s is. Deze meting geeft in de meeste gevallen de beste resultaten. Matrixmeting verdeelt het complete beeld in meerdere vlakken en meet vervolgens het licht in al deze vlakken. Je camera legt deze resultaten naast elkaar en maakt hier een gemiddelde van. Bij een gelijkmatige belichting werkt deze meting prima, maar bij een beeld met veel contrasten zal je lichtmeter hier moeite mee hebben. De belichting van je beeld kan dan tegenvallen.

Centrummeting

Lichtmeting centrumgericht - Avondfotografie.nl

De volgende meting is centrummeting. Centrummeting meet een aantal punten in je gehele beeld, maar legt een grotere nadruk op het midden. Het midden wordt dus zwaarder meegerekend. Centrummeting gebruik je vaak bij tegenlichtsituaties. Gebruik je matrixmeting bij tegenlichtsituaties, dan wordt je onderwerp hoogstwaarschijnlijk een silhouet. Met centrummeting zal je onderwerp veel beter belicht worden. Dit maakt deze meting Ideaal voor tijdens concerten of in theaters.

Spotmeting

Lichtmeting spotmeting - Avondfotografie.nl

Spotmeting komt het dichtste in de buurt bij de losse lichtmeters waar vooral studiofotografen veel mee werken. Met spotmeting kan je zeer nauwkeurig het licht meten, omdat het maar een heel klein punt van je volledige beeld meet, ongeveer zo’n 3 of 5%. Dit punt is standaard het midden, maar als je je scherpstelpunt handmatig kunt verplaatsen, dan wordt er gemeten op het punt waar jij je scherpstelpunt op zet.

Deelmeting

Lichtmeting deelmeting - Avondfotografie.nl

Tot slot hebben we deelmeting. Deelmeting zit tussen centrummeting en spotmeting in. Deelmeting meet het midden van je beeld zonder de rest van het beeld mee te rekenen. Deelmeting meet ook een veel groter deel van het midden dan spotmeting.

In het voorbeeld hieronder zie je drie hele verschillende resultaten, omdat we elk een andere lichtmeting hebben gekozen. In de foto is de brug het donkerste punt, de lucht het lichtste punt. Daarom is het logisch dat spotmeting de foto in zijn geheel lichter heeft gemaakt, omdat die op de brug, het donkerste punt, het licht heeft gemeten. Centrummeting meet het licht over het gehele beeld met de nadruk op het midden. Doordat de lucht het lichtste punt is en meer aanwezig is dan de brug maakt centrummeting de foto dus iets donkerder. Matrixmeting geeft over het algemeen de beste belichting bij niet al te moeilijke lichtomstandigheden. Matrixmeting laat in dit geval dus ook het beste resultaat zien.

Histogram

Je weet nu alles over lichtmeting en lichtmeetmethodes. Ben je niet zeker of je lichtmeting juist is? Bekijk dan je histogram! Via je histogram kan je bekijken of je foto goed belicht is of dat je nog wat meer met onderbelichten of moet overbelichten.

 

10 waardevolle tips om je scherpte te verbeteren

Gratis e-book: 10 waardevolle tips voor optimale scherpte

Zelfs de kleinste trilling kan voor onscherpe foto’s zorgen. Voorkom onscherpe foto’s door dit e-book in huis te halen! Deze 10 tips zullen jouw scherpte gegarandeerd verbeteren. Het e-book vertelt o.a. over:

  • Diafragma
  • Gebruiken van de spiegelopklapfunctie
  • Vind de sweet spot

Download hier het gratis e-book!