Diafragma: werking van diafragma en bijbehorende effecten
De diafragma bij avondfotografie is enorm belangrijk. Het bepaalt namelijk de scherpte van jouw avondfoto. Tegelijkertijd is het een lastig begrip. In deze blog lees je meer over diafragma en hoe je dit kunt toepassen.
Diafragma behoort tot de belichtingsdriehoek. Lees meer over de belichtingsdriehoek en de andere instellingen:
Wat is je diafragma?
Met het diafragma, uitgedrukt in f-waarden, bepaal je hoeveel licht je wilt toelaten op je sensor. Als je een diafragmagetal van f 2.8 gebruikt, een open diafragma, dan kan de camera veel licht opnemen. Gebruik je een diafragmagetal f 22, een dichter diafragma, dan laat het minder licht toe en krijg je een donkerder beeld. Hartstikke logisch natuurlijk. Maar je diafragma is ergens anders nog véél belangrijker voor: scherpte.
Voorbeeld: hoe komt het toch dat er bij portretfotografie vaak een vage achtergrond te zien is? Dat komt door een zo open mogelijk diafragma te gebruiken, een laag f-getal bijvoorbeeld f 2.8. Je praat dan over een kleine scherptediepte (lees: weinig scherpte in de diepte). Hiermee plaats je de aandacht volledig op het onderwerp. Bekijk hieronder de illustratie welk f getal zorgt voor een kleine of grote scherptediepte. Klein ezelsbruggetje: laag = vaag!
Scherpte en scherptediepte
Bij avondfotografie is het vaak andersom. Daar is vaak alles scherp. Er is niet iets in het beeld wat écht alle aandacht nodig heeft. Je hebt dan een grote scherptediepte (lees: veel scherpte in de diepte). Als je een beeld volledig scherp wilt hebben, dan gebruik je een dichter diafragma. Ik schrijf ‘dichter’, want het is natuurlijk nooit gesloten, anders wordt er geen licht doorgelaten. Die volledige scherpte krijg je vanaf een diafragmagetal van f 8, maar elke lens kent zijn sweet spot. Wie weet heeft jouw favoriete lens een sweetspot van f 11. Dan is alles van voor tot achter scherp, ook in de hoeken, bij een diafragmagetal van f 11.
Door goed en effectief gebruik te maken van je diafragma kan je duidelijk de sfeer bepalen en de aandacht op een onderwerp vestigen. Scherptediepte bepaal je niet alleen door middel van je diafragma, maar ook je brandpuntafstand en objectief kunnen hierin verschillen. Met een groothoek is het lastig om een hele kleine scherptediepte te krijgen, omdat je niet enorm dicht bij je onderwerp kan komen. Met een telelens is het lastiger om alles scherp te krijgen. Ik zou zeggen, experimenteer er lekker mee!
Diffractie en stervorming
Wellicht denk je nu dat de scherpte blijft toenemen wanneer je je diafragma dicht draait naar f 16, f 22 of f 32. Dat is echter niet het geval. Er kan namelijk diffractie optreden met als gevolg dat het beeld onscherper wordt. Daarnaast moet je rekening houden met stervorming. Als je stervorming niet mooi vindt in avondfotografie, fotografeer dan op f 11 of f 13. Bij f 16 of f 22 is de kans op stervorming een stuk groter.
Tot slot vind je hieronder een mooie illustratie:
Hopelijk weet je nu hoe je je diafragma toe kunt passen! Dan ben je een stap dichterbij het fotograferen in de manuele stand en fotografeer je veel zekerder én kan je meer uit je avondfotografie halen en daar gaat het om.
Gratis: Belichtingsdriehoek cheat sheets
Het kennen van de belichtingsdriehoek is van essentieel belang bij avondfotografie en bij fotografie in het algemeen. Tegelijkertijd is het ook de meest lastige stof om te begrijpen èn te onthouden. Om je te helpen hebben we twee handige cheat sheets voor je gemaakt. Deze kan je altijd raadplegen als je niet meer weet wat de belichtingsdriehoek doet en wat je moet instellen om een foto lichter of donkerder te maken.