Je kent ze misschien wel, maar hebt ze waarschijnlijk nooit eerder gezien: vuurvliegjes. Vuurvliegjes zijn een magisch verschijnsel! Als je weet wanneer en waar je moet zoeken, dan kan je een prachtig spektakel vastleggen. In dit artikel lees je meer over deze beestjes en hoe je ze kunt fotograferen.

Vuurvliegjes

Vuurvliegjes, ook wel glimwormen genoemd, leven het grootste deel van hun leven als larven. Zo rond de periode eind mei/begin juni veranderen deze larven in kleine kevertjes. Gedurende deze tijd vindt ook de voortplanting plaats en dit zijn de weken waarin de volwassen kevertjes licht afgeven. Ze laten zich zien rondom de langste dag van het jaar.

Je ziet ze uitsluitend in de schemering tussen 22:00 en 23:00. De mannetjes vliegen dan massaal in het rond, de vrouwtjes wachten op de grond tot een mannetje neerdaalt. ‘Dit geeft een schitterend en magisch schouwspel in de vrije natuur’, aldus Wouter van Bernebeek, die de prachtige foto’s in dit artikel heeft gemaakt. Vuurvliegjes zijn erg zeldzaam in Nederland. Ze komen slechts op enkele plekken in Nederland voor, waaronder in de regio Nijmegen en Zuid-Limburg.

 

 

Vuurvliegjes fotograferen

Vuurvliegjes fotograferen is een enorme uitdaging. Het zijn kleine beestjes die je in het donker fotografeert. Daarom is voorbereiding niet onbelangrijk. Zoek als het nog licht is naar een geschikte plek en mooie compositie en zet op tijd je opstelling klaar.

We fotograferen na zonsondergang met een lange sluitertijd. Vanzelfsprekend fotografeer je daarom met een stevig statief en gebruik je een afstandsbediening, draadontspanner of self-timer om de foto af te drukken. Dit voorkomt bewegingsonscherpte bij het afdrukken van de foto met de hand.

Instellingen

Je fotografeert vuurvliegjes met een lange sluitertijd. Vuurvliegjes geven licht en met een lange sluitertijd worden de vliegjes als lichtstreepjes weergegeven. In plaats van een doorgetrokken lichtstreep krijg je stipjes te zien, omdat het licht van een vuurvliegje pulseert. Fotografeer je vuurvliegjes met een sluitertijd van 30 seconden, dan zie je het licht van hetzelfde vliegje meerdere malen terug in je foto. Over het algemeen is een sluitertijd van 5 – 15 seconden voldoende. Naarmate het donkerder wordt, kan je je sluitertijd verlengen naar 30 seconden.

Het diafragma zet je zo open mogelijk (laag f-getal) om zoveel mogelijk licht op de sensor te krijgen. Experimenteer met de ISO-waarde. Een ISO-waarde van 3200 of hoger is in dit geval niet vreemd.

 

 

Scherpstellen

Nu je ongeveer weet welke instellingen je kunt hanteren, is het tijd om scherp te stellen. Omdat het donker is, en je weinig licht hebt, wordt scherpstellen ook een flinke uitdaging. Vergeet in dit geval de autofocus en stel handmatig scherp.

Lees in dit artikel tips hoe je handmatig scherp kunt stellen.

Maak meerdere foto’s achter elkaar

Veel fotografen kiezen ervoor om hun foto’s te ‘stacken’. Door meerdere foto’s samen te voegen door middel van de stacking techniek, krijg je meerdere lichtpuntjes- en streepjes in je beeld. De kans is namelijk aanwezig dat je weinig lichtstreepjes te zien krijgt als je slechts één foto maakt. Door meerdere foto’s met lichtstrepen samen te voegen zorg je ervoor dat het eindresultaat een wirwar aan lichtstreepjes krijgt!

Heb je een serie foto’s gemaakt, laad de foto’s dan als lagen onder elkaar in Adobe Photoshop. Verander vervolgens van alle lagen de overvloeimodus (Blending mode) naar Lichter (Lighter). Je ziet de magie verschijnen!

 

Foto gemaakt met korte sluitertijd. Stack van 57 foto’s, gemaakt met 1/60 sluitertijd.

 

Korte sluitertijd

‘Huh? Je zegt net dat je lange sluitertijden moet kiezen!’ Dat klopt, maar door juist een korte sluitertijd te hanteren, leg je de vuurvliegjes vast zoals ze er echt uit zien. Je ziet dan stipjes in plaats van lange streepjes, want zoals eerder genoemd pulseert het licht van de vuurvlieg. Varieer dus met lange en korte sluitertijden.

Vergeet niet om je ISO-waarde flink te verhogen als je korte sluitertijden gaat kiezen. Door de korte sluitertijd valt er veel minder licht op de sensor. Om toch een goed belichte foto te krijgen, is het nodig om je diafragma zo open mogelijk te zetten (laag f-getal) en je ISO-waarde flink te verhogen, misschien zelfs wel tot ISO 25.600 of hoger!

Heel veel succes!

Met dank aan Wouter Bernebeek voor informatie en foto’s.